Dat zijn radioactieve stoffen voor medische doeleinden. Bij de behandeling van kanker spelen ze een steeds grotere rol. Door de isotopen te voorzien van een eiwit dat zich hecht op de plek van bestemming, kunnen ze op specifieke locaties in het lichaam tumoren bestralen. Daarnaast gebruikt men medische isotopen voor diagnose, vaak in combinatie met een PET- of SPECT-scan. Ze zijn dankzij hun straling goed te volgen nadat ze in de bloedbaan zijn gebracht. Atoomkernen bestaan uit protonen en neutronen. Voor elke kern zijn bepaalde protonen-neutronenverhoudingen stabiel. Als een atoomkern niet stabiel is, veranderen neutronen spontaan in protonen of andersom. Hierbij komt energie vrij in de vorm van straling. Om zelf radioactieve isotopen te maken, moet men dus neutronen toevoegen of weghalen uit een stabiele atoomkern. Voor de meeste isotopen wel. In zo'n kernreactor bestookt men een target-materiaal met neutronen die vervolgens in de kern worden opgenomen. Sommige radioactieve isotopen zijn ook te maken met een deeltjesversneller. Die versnelt protonen en 'schiet' daarmee neutronen weg uit de kern.
展开▼